Het dialect van de koeraysh was in elk opzicht superieur. Dichters waaronder velen die niet tot de koeraysh behoorden deden hun best om de gedichten in dit dialect te reciteren. Daarom onderwees de Profeet (SAV) de Koran in het begin voornamelijk met
het dialect van de stam in Mekka waartoe hij behoorde, namelijk het koeraysh dialect. Zoals de Arabische stammen nooit
bij hetzelfde dialect zijn verenigd is de opbouw van de woorden ook niet gebouwd op één essentie.
De woorden waren verschillend zelfs Arabieren die tot dezelfde ras en cultuur behoorden. Deze werden dan ook op een andere manier geassocieerd. Terwijl een stam het woord “ENBEE” gebruikte voor de betekenis ‘hij berichtte mij’, gebruikte een andere stam het woord “AHBERA” hiervoor.
Het woord ‘Melik’ werd gebruikt door een bepaalde stam voor zijn rijdier of vrouw. Terwijl een andere stam het woord ‘Melik’ gebruikte
voor een sultan, koning, oordeel of politiek.
De stammen van Tamim, Kays en Esed lezen de hemze soms als een ayn. In plaats van ES’ADI zeggen ze ES’EDI. Op gelijkerwijze zei de Beni Tay stam ‘De’ni’ in plaats van ‘DA’NI’. De Beni Safik stam zei
ATTA terwijl ze HATTA moeten zeggen. De stammen van Huzayl, Kays, Ezd en de ansaar van Yadhrib lazen ATA in de vorm van ENTA
door de ayn te veranderen in een noen.
Het citeren van de Koran in zeven Ahruf was dan ook een barmhartigheid voor de mensen. De zeven Ahruf waren niet enkel van toepassing voor verschillende dialecten, maar ook metgezellen die moeite hadden met het reciteren van een bepaalde woord kregen de bevoegdheid om het woord op een andere manier te reciteren, zolang de betekenis niet veranderde. Dit werd hen geleerd door de profeet (vrede en zegeningen zij met hem).
1. Sommige ahadith die zijn overgeleverd omtrent dit onderwerp versterken het feit dat de Koran is geopenbaard met het dialect van de koeraysh.
Umar radiyAllahu anh schreef in een brief naar Abdullah ibn Mas’oed radiyAllahu anh : “De Kor’aan is geopenbaard met het dialect
van de koeraysh. Onderwijs de Qor’aan aan de mensen met de taal van de koeraysh en niet met de taal van de ‘Hoezaa’.Toen Hz Uthman de opdracht gaf aan Zayd ibn Thabit, Abdullah b Zubayr, Said b As, en Abdullah b Haris b Hisham om de Koran over te schrijven, zei Zayd tegen de drie anderen van de koeraysh ”Wanneer jullie in een meningsverschil vallen, schrijf deze dan met de taal van de koeraysh. Want de Koran is geopenbaard in hun taal.
Ibn Abbas radiyAllahu anh zei dat de Koran met de taal van koeraysh en huzayl is geopenbaard en dat beiden van dezelfde oorsprong komen.
Dat de Koran met het dialect van de koeraysh is geopenbaard betekent niet dat het geen woorden bevat van andere Arabische dialecten. Maar het betekent dat de Koran grotendeels is geopenbaard met het
dialect van de koeraysh. De koeraysh is een stam der Arabische stammen. De andere stammen hebben ook talen en dialecten:
Huzayl, Tamim, Esed, Tab en anderen.
2. Ibn Kutaybah geeft aan dat de ahruf een barmhartigheid is. Zodoende zou het lastig zijn voor deze stammen indien ze de talen waar zij opgegroeid mee zijn moesten verlaten. Het verplicht opleggen van de taal van koeraysh en hun eigen taalgewoonten verwerpen, zonder een hieraan voorafgaand langdurig proces, zou problemen opleveren. Daarom is het een genade en gunst van Allah die hen hierin een ruime mogelijkheid heeft gegeven.
3. Abdullah ibn Masoud luisterde naar een man die de Koran aan het reciteren was. Het viel hem echter op dat de man op een andere manier reciteerde dan dat hij de Profeet (SAW) hoorde reciteren. Toen hij deze situatie voordroeg aan de Profeet (SAW) vond de Profeet (SAW) dit meningsverschil tussen de twee personen niet leuk en vertelde dat de recitatie van beide personen heel mooi is en dat degenen voor hen zijn vernietigd wegens onderlinge meningsverschil.
4. De toestemming om verschillend gelezen te worden omtrent de zeven letters en sommige woorden vormt een klein gedeelte van de Koran. Een groot gedeelte van de Koran bevat zulke leesvormen niet.
5.De verschillende vormen van zeven letters kan niet beschreven worden als contradictie. Maar zal begrepen moeten worden als gemak en barmhartigheid. Zoals er ook in de voorbeelden te zien is brengen deze geen contradictie in de betekenis. Omtrent dit onderwerp heeft
Qadi Iyaad geeft aan de zeven ahruf zijn verschillende vormen van recitaties waarbij de betekenis niet veranderd. Het is een barmhartigheid en het is niet begrenst aan slechts zeven recitaties.
Ibn Shihab gezegd: “De betekenis van zeven letters heeft mij bereikt. Ik heb geleerd dat hiermee slechts verschillende recitatie
vormen bedoeld wordt. Verder heeft het geen betrekking op iets wat haram of halal is.