Home / Authenticiteit van de Bijbel / De Bijbelgeschriften onder de loep

De Bijbelgeschriften onder de loep

Alle vroege auteurs over het christendom zijn het over eens dat het evangelie van Matteus oorspronkelijk is geschreven in het Hebreeuws.

In the Penny Encyclopedia staat het volgende over de evangelie van Matteus;

“Dit Bijbelgeschrift was oorspronkelijk geschreven  in het Hebreeuws…….Echter is enkel de Griekse vertaling ervan beschikbaar.  De huidige Hebreeuwse versie is slechts een vertaling van de Griekse vertaling”.

De Hebreeuwse versie van het evangelie van Matteus is dus niet meer beschikbaar. Er is slechts een Griekse vertaling beschikbaar en een Hebreeuwse vertaling van die Griekse vertaling. Wat er oorspronkelijk in het Hebreeuwse Bijbelboek heeft gestaan is niet bekend. Er zijn geen manuscripten te vinden over de Hebreeuwse Bijbel die door Matteus is geschreven. De geleerden zijn het erover eens dat het geschrift van Matteus in zijn huidige versie is gebaseerd op het werk van Marcus. Dus dat hij bepaalde passages en verhalen heeft overgenomen van het werk van Marcus. Dit toont aan dat de discipel van Jezus, Matteus niet de auteur is van het werk, want indien hij de auteur zou zijn waarom zou er dan de noodzaak ontstaan om te citeren uit een werk waarvan wordt geclaimd dat het is geschreven door een leerling van een ander apostel. Dus jij als apostel bent de primaire bron, maar om je boek of geschrift op te stellen baseer je de tekst op een secundaire bron, namelijk van iemand die geen ooggetuige was van Jezus. Logischerwijs het huidige geschrift Matteus is niet geschreven door Matteus.

Ik citeer uit het werk van Burton L. Mack genaamd wie schreven het Nieuwe Testament Werkelijk, op bladzijde 249 zegt hij het volgende; “Kritische geleerden denken niet langer dat ook maar één van deze teksten geschreven is door auteurs die een van de leerlingen of ‘apostelen’ persoonlijk hadden gekend. En het veronderstelde driestadiaschema van het vroege christendom is geheel uit de gratie geraakt”.

In zijn werk “Het Jezus-Evangelie” schrijft James Robinson op bladzijde 19 het volgende; “Om de evangelien in de canon te kunnen opnemen, werden ze toegeschreven aan apostelen, of aan zegelieden van de apostelen. Tegenwoordig weten we dat deze mensen niet als de feitelijke auteurs van de evangelien kunnen worden beschouwd. Hij is van mening dat de evangelien zijn geschreven tussen het jaar 70-150. Een halve eeuw na de dood van jezus.