(Allah zegt tot de Profeet:) “Beweeg jouw tong er niet mee (de Koran), om er haast mee te maken. Voorwaar, het is aan Ons hem te doen bewaren en hem voor te doen dragen. Wanneer Wij hem dan hebben doen voordragen, volg dan zijn voordracht. Daarna is aan Ons de uitleg ervan.”
(Koran 75:16-19)
In zijn commentaar op dit vers citeert Tabari van Qatada (d.117) dat het woord dat in dit vers wordt genoemd, namelijk ‘Jam’ahu'(in het Arabisch) verschillende betekenissen heeft, het kan onder meer ‘compileren’, ‘verzamelen’ maar ook ‘memoriseren’ betekenen. Volgens Qatada (vrede zij met hem) is de juiste betekenis echter compileren. De imam At-Tamini (110-220) verduidelijkt de juiste betekenis van dit woord door aan te geven dat het compileren betekent; namelijk het samenvoegen en verzamelen van de Koran.(1)
We zien dat de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) verschillende metgezellen (vrede zij met hen allen) naar verschillende regio’s heeft gestuurd om de volkeren aldaar te onderwijzen in de Islam. Zodoende zijn er onderweg naar Bir Ma’una veertig metgezellen vermoord die door de profeet (vrede en zegeningen zij met hem) waren gestuurd om het volk te onderwijzen in de Koran.(2)
Over Abdullah ibn Masoud (vrede zij met hem) wordt overgeleverd dat hij en zijn studenten de Koran doceerden aan 4000 mensen.
Daarnaast levert Al Hafidh el Becelli over in zijn werk ‘fedaillul Koran’ met een doorlopende Sanad, dat Ebu Musa -vrede zij met hem – in Kuffa zijn studenten in groepen verdeelde en dat hij hen allen in de Koran onderwees.
Ibn Asakir levert over in zijn ’tareeh’ dat ebu’d-Derda (vrede zij met hem) vanaf zonsopgang tot aan ‘dohr’ de mensen in groepen van tien in Syrië onderwees in de Koran.
Anas bin Malik (vrede zij met hem) levert over: “De Profeet kwam naar ons toe, terwijl wij de Koran aan het reciteren waren, onder ons waren er Arabieren en niet-Arabieren aanwezig, er waren zowel donkere als blanke mensen”.(3)
We zien dat de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) ook kinderen onderwees in het memoriseren van de Koran. Zayd bin Thabit was volgens de overleveringen slechts 11 toen hij al 16 soerahs van de Koran had gememoriseerd.(4)
Het bleef echter niet slechts bij het opleiden van kleine groepen studenten, er werden ook scholen opgericht waar studenten werden opgeleid in het memoriseren van de Koran, maar ook in het leren van lezen en schrijven. Imam Qatada (d.117) zegt dat er 900 leerlingen participeerden in een school genaamd ‘Suffa’ die in Medina ten tijde van de Profeet werd opgericht. Deze school had tevens een verblijfplaats waar de studenten werden voorzien van eten en drinken.(5)
We zien dus dat de Koran aangeeft dat het woord van Allah, verzameld, gecompileerd en gememoriseerd dient te worden.
Zodoende werd de praktijk en het fundament hiervan ten tijde van de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) bewerkstelligd.
(1) imam Tabari, tafseer, volume 29, p.31
(2) El Azaami, the history of the Quranic Text.
(3) ibidem.
(4) Al Hakim al Mustedrek, iii, 476
(5) Al-Kettani, at-Tararib-al-Idariya, i476-480.