Home / Authenticiteit van de Bijbel / Geografische fouten in het Bijbelgeschrift van Marcus

Geografische fouten in het Bijbelgeschrift van Marcus

De vroegste kritiek op de beschrijvingen van geografische gebieden vinden we in de geschriften van de vroege kerkvader Origenes. Hij verbeterde de beschrijving in johannes 1:28. Alhoewel alle manuscripten volgens Origenes ‘Bethany’ zeggen, zou dit volgens hem ‘Bethabara’ moeten zijn. (1)

Marcus zou een tolk van Petrus zijn, Petrus was een apostel van Jezus. De auteur van de evangelie van Marcus zou dus een tolk van Petrus zijn. Hij maakt echter geografische fouten.

Ik citeer uit het boek van Lena Einhorn; het raadsel van Damascus, 16;

 

“Marcus schrijft in hoofdstuk 7, vers 31; “Jezus vertrok weer uit de omgeving van Tyrus en ging via Sidon naar het Meer van Galilea, dwars door het gebied van Dekapolis’ Het probleem is dat zowel Tyrus als Sidon aan de kust van Libanon liggen, ten noordwesten van het Meer van Galilea, maar dat Sidon ten noorden van Tyrus ligt! Het is nauwelijks logisch om van Tyrus via Sidon naar het meer te reizen. Matteus lost het geografische probleem van Marcus op door te schrijven dat Jezus zich in het gebied tussen Tyrus en Sidon bevond. Maar Marcus maakt meer geografische vergissingen. In hoofdstuk 5 schrijft hij; Ze kwamen aan de overkant van het meer, in het gebied van de Gerasenen. en een paar regels verder beschrijft hij hoe een kudde varkens,’de steile helling af stormde, het meer in’. Maar Gerasa(tegenwoordig Jerash) ligt niet eens in de buurt van het meer van Galilea, of een andere meer. Gerasa ligt zo’n vijftig kilometer ten zuidoosten van het Meer van Galilea, en ongeveer net zover ten noordoosten van de Dode Zee. Ook deze keer komt Matteus te hulp. Hij plaatst het voorval met de Kudde varkens die het meer in stormen in ‘het gebied van de Garadenen’ dat ongeveer tien kilometer van het meer ligt.(2)

Andere opmerkelijke bevindingen uit het boek het Raadsel van Damscus;

“Het oudste bestaande fragment van een deel van de vier evangelien is een papyrusfragment ter grootte van een handpalm, dat P52 wordt genoemd. het is in 1920 in Egypte ontdekt en bevat op elke kant zeven regels Grieks uit, naar men aanneem, een deel van het Johannesevangelie (18;31-33 respectievelijk 18;37-38). het fragment dateert van 125-160 na Christus, ook al bestaan er vermeldingen van eerdere of latere tijdstippen. Rond het midden van de tweede eeuw beginnen we ook in andere geschriften verwijzingen naar de Evangelieteksten te ontdekken, en kerkvader Ireneus noemt de vier evangelien rond 185 na Christus. Bisschop Clemens van Rome had al eerder bepaalde deels herkenbare uitspraken van Jezus geciteerd, maar zonder te vermelden dat er formele evangeliën bestonden.

“In 1909 gaf de Amerikaanse historicus en vrijdenker John. E. Remsburg een boek uit dat hij ´The Christ; A critical review and analysis of het evidence of his existence’, noemde. Hierin is een tabel opgenomen waarin tweeënveertig historici staan die actief waren in Jezus’ tijd, of minder dan een eeuw daarna. Remsburg schrijft; ‘Er is voldoende bewaard gebleven van de in de lijst genoemde schrijvers om een bibliotheek mee te vullen. Toch is er in die hoeveelheid Joodse en Heidense literatuur niet één vermelding van Jezus Christus, als je de twee vervalste stukken in het werk van een joodse schrijver en twee omstreden stukken in het werk van Romeinse schrijvers buiten beschouwing laat.(3)

Verder staat in het boek van James M.Robinson genaamd “Het Jezus Evangelie” op bladzijde 23 het volgende;

“Bovendien schijnt Marcus niet goed op de hoogte te zijn van de Palestijnse geografie, wat erop zou kunnen wijzen dat hij niet uit deze streek afkomstig was. Hij schrijft; “En weer weggetrokken uit de grenzen van Tyrus, komt hij over Sidon, aan bij de zee van Galilea, midden tussen de grenzen van de tien steden.  Dit klopt niet. Tyrus en Sidon zijn twee steden die beide aan de Middelandse Zee liggern, ten noordwesten van het Meer van Galilea, maar Tyrus ligt veel zuidelijker dan Sidon. Men zou niet via Sidon gaan, als men vanuit Tyrus naar het zuiden ging. En de tien steden liggen in het binnenlannd, ten zuidoosten van het Meer van Galilea; men kwam er niet langs wanneer men op weg was van de Middelandse Zee naar het meer van Galilea. Deze beschrijving toont wel aan dat Marcus geen duidelijker beelde had van de geografie van deze streek dan de meesten van ons .”

(1) http://biblehub.com/commentaries/john/1-28.htm

(2) Lena Einhorn, het raadsel van Damascus, 18.

(3)  Lena Einhorn, het raadsel van Damascus, 31.