Home / Actualiteit en het christendom / Dawah les 4; klopt de Bijbel in historisch perspectief?

Dawah les 4; klopt de Bijbel in historisch perspectief?

1: matteus 23:35 staat er een verwijzing naar de zoon van Berechja. Echter dient de verwijzing niet naar Berechias te zijn maar Jehoiada. Zoals Calvin’ Commentary on the bible aangeeft is het de mening van Jerome dat de naam verkeerd geschreven is (biblehub.com). 

2: matteus 27;9 staat het volgende; Toen is vervuld geworden, hetgeen gesproken is door den profeet Jeremia, zeggende: En zij hebben de dertig zilveren penningen genomen, de waarde des Gewaardeerden van de kinderen Israëls, Denwelken zij gewaardeerd hebben”.

Adam clarke zegt het volgende in zijn commentaar; “Jeremy the prophet – The words quoted here are not found in the Prophet Jeremiah, but in Zechariah. 

Lightfoot commentary zegt het volgende; and not from Jeremiah; so that it seem plainly to have been a failing of memory, as Augustine supposes in his third book, ‘De consensu evagelistarum,’ chapter the seventh; as also Eusebius in the twentieth book of demonstration. 

3; 

“15  Jozef stuurde hen naar huis om zijn vader en alle familieleden op te halen. Dat waren 75 mensen.  15 En Jakob reisde naar Egypte. Daar stierf hij uiteindelijk. Ook de stamvaders stierven daar.  16 Hun lichamen werden naar Sichem gebracht. Daar werden ze begraven in het graf dat Abraham van de zonen van Hemor in Sichem had gekocht.” – Handelingen 7:14-16

Maar dat klopt dus niet. Het graf van Abraham, Izaak en Jakob bevindt zich in feite in Hebron, gekocht door Abraham zelf (Genesis 23:17-20)

En het graf van Jozef in Sichem, gekocht door Jakob (Genesis 33:18-19)

In barnes notes staat het volgende; That Abraham bought – The word “Abraham” here has given rise to considerable perplexity, and it is now pretty generally conceded that it is a mistake. Het is dus niet Abraham zoals in acts 7:16 staat maar jacob zoals de commentaries ook toegeven is dit een fout van de auteur van de handelingen van de apostelen. 

4; in handelingen van de apostelen 5:35-37 staan meerdere historische fouten. In vers 36 spreekt Lucas eerst over de opstand van Theudas, en daarna spreekt hij over een opstand die daarna kwam, namelijk die van Judas. de opstand van Theudas was tussen het jaar 44 en het jaar 47, en de opstand van Judas was in het jaar 1 of zoals de christenen claimen in het jaar 6.  Terwijl lucas het in acts dus plaatst als een opstand die plaatsvond voor de opstand van judas. Plaats de joodse historicus josefus het dus als een opstand van theudas die plaatsvond in het jaar 44-47, dus pas jaren na de opstand van Judas. 

5; 

 Luke 2:1 
And it came to pass in those days, that there went out a decree from Caesar Augustus, that all the world should be taxe
 Luke 2:2 
(And this taxing was first made when Cyrenius was governor of Syria

Lucas 2:1 staat in the commentary het volgende; That all the world – There has been much difficulty respecting this passage, from the fact that no such taxing of “all the world” is mentioned by ancient writers. Dus de gehele wereld wat er staat klopt historisch gezien niet. 

In lucas 2:2 staat dat Cyrenius maar josefus geeft aan dat Cyrenius gouverneur van Syrie werd 10-12 jaar na de geboorte van jezus. 

In benson commentary staat; According to the Jewish historian, Josephus, Cyrenius was not governor of Syria till ten or twelve years after our Saviour’s birth, (biblehub.com)

In JFS Commentary staat het volgende; ” Great endeavours are used to reconcile what Luke saith here to Josephus and the Roman historians, who make Varus, not Quirinius, at this time the president of Syria. 

6; in matteus 14:3 staat dat Johannes werd gevangen genomen en daarna vermoord door herod vanwege het feit dat Johannes het huwelijk van herod niet goedkeurde. 

Volgens de joodse historicus josefus ging het om de angst voor een opstand en dus niet om de afkeuring van een huwelijk. Josefus schrijft het volgende; “herod who feared lest the great influence john had over the people might put it into his power and inclination to raise a rebellion”. 

Daarnaast spreekt matteus over philip de broer van Herod. Terwijl josefus spreekt over een philip die de zoon is van Herod en niet diens broer. In new Jerome bible commentaar zeggen ze dat josephus Philip de zoon van herod noemt die in Rome leefde. Daarnaast ontbreekt de verwijzing naar Philip als naam in de codex D. Evenzo refereert marcus er niet naar. 

7; In matteus 2:16 wordt aangegeven dat Herod opdracht gaf om kinderen te vermoorden in Bethlehem, om zodoende te voorkomen dat er een nieuwe koning zou opstaan onder de joden. De historicus Josefus maakt hier geen enkele referentie naar. Ondanks dat die een heel hoofdstuk/boek heeft gewijd aan de wandaden van king Herod. Ook Geza vermes geeft aan dat dit nooit heeft plaatsgevonden. 

8: in matteus 27: 52

En de graven werden geopend, en vele lichamen der heiligen, die ontslapen waren, werden opgewekt; 53

En uit de graven uitgegaan zijnde, na Zijn opstanding, kwamen zij in de heilige stad, en zijn velen verschenen. 

Dit zombie verhaal waarbij heiligen uit de graven opstonden komt enkel voor in matteus geen enkele andere evangelist of historicus levert dit over terwijl matteus claimt; “kwamen zij in de heilige stad en ziin velen verschenen”. Dus een hoop mensen hebben het gezien en waargenomen maar niemand levert het over enkel matteus. 

9; de tegenstrijdige genealogieën die worden vermeld door Matteus en lucas.  In lucas 3:23 en matteus 1:16 beginnen ze allebei met zoon of joseph dus de stiefvader van jezus. Matteus eindigt ermee en Lucas begint ermee. Ondanks dat in titus 3:9 staat dat het irrelevant is om te spreken over genealogieën. Waarschijnlijk vanwege het feit dat deze niet te herleiden zijn kozen lucas en matteus voor een tegenstrijdige genealogie. 

10: in galatians 1:11-12 zegt  11 I want you to know, brothers and sisters, that the gospel I preached is not of human origin. 12 I did not receive it from any man, nor was I taught it; rather, I received it by revelation from Jesus Christ. Paulus ontvangt zijn openbaring dus van Jezus. Maar is nooit ooggetuige geweest van jezus toen hij leefde. 

Lucas gebruikt paulus als bron en ondanks dat paulus geen ooggetuige is, gebruikt lucas hem als bron. Ondanks dat lucas aangeeft in hoofdstuk 1 van zijn werk; “en die ons zijn overgeleverd door degenen die vanaf het begin ooggetuigen zijn geweest en dienaren van het woord zijn geworden”. Sinds wanneer is paulus vanaf het begin ooggetuige van jezus? Dus hetgeen wat lucas als een historische bron ziet en beschouwt als een ooggetuige vanaf het begin is helemaal geen ooggetuige vanaf het begin. Het stukje;  “tot Mijn gedachtenis.” Is een toevoeging van lucas 22:19-20 uit een overlevering van het werk van paulus 1 corinthiers 11.