Home / Authenticiteit van de Bijbel / Schreef Mozes (vrede zij met hem) de huidige Thora deel 4?

Schreef Mozes (vrede zij met hem) de huidige Thora deel 4?

Vele christenen zijn van mening dat de huidige Thora het werk is van Mozes (vrede zij met hem). Alhoewel Mozes nooit de woorden; ‘Genesis’, Deuteronomium’, ‘Leviticus’, ‘Numeri’ en ‘Exodus’ heeft gebruikt, al deze namen zijn later toegekend aan de boeken. Deze woorden komen namelijk in het Hebreeuws niet voor en zijn voornamelijk Griekse en Latijnse woorden. Aan de hand van verhalen in de boeken zijn deze door een latere hand toegekend.

De joden hebben verschillende overleveringen over de Thora. Volgens één overlevering zou de Thora van Mozes in exacte staat in handen zijn. Volgens een andere overlevering kreeg Ezra inspiratie, door het drinken van een glas water dat rood was, waarna hij in 40 dagen 210 boeken die hij had gememoriseerd had uitgeschreven. In zijn periode was namelijk de Thora verdwenen, waarna Ezra dus geïnspireerd werd om deze te herschrijven. Alhoewel vrijwel alle kerkvaders hierin geloofden, zijn er voldoende hedendaagse christelijke commentatoren die dit als een fabeltje zien. Zij geven aan dat de Thora toevoegingen kent die waarschijnlijk ten tijde van Ezra zijn aangebracht. (1)

Enkele van die passages die toegevoegd zouden zijn door Ezra zijn als volgt;

Exodus 16;35; 35 En de kinderen Israëls aten Man veertig jaren, totdat zij in een bewoond land kwamen; zij aten Manna, totdat zij kwamen aan de pale van het land Kanaän.

Adam Clarke zegt het volgende in zijn commentaar; “From this verse it has been supposed that the book of Exodus was not written till after the miracle of the manna had ceased. But these words might have been added by Ezra, who under the direction of the Divine Spirit collected and digested the different inspired books, adding such supplementary, explanatory, and connecting sentences, as were deemed proper to complete and arrange the whole of the sacred canon”. (2)

We lezen in de ‘Benson Commentary’ het volgende; “As Moses did not live to see the cessation of the manna, some have supposed that the words of this verse were added by Ezra. But although Moses did not go into Canaan, yet he came to the borders of it, and he perfectly knew, both from the nature of the thing, and by revelation from God, that the manna would immediately cease upon their entering into Canaan; and therefore might well write in this manner”.

Gill’s exposition on the Bible; “but Joshua, or some other hand after his death since he did not live quite to the cessation of the manna; which need not be much disputed or objected to; though it may be considered that Moses led Israel to the borders of the land of Canaan, though he did not go with them so far as Gilgal, and died before the manna ceased; yet, as he was assured of it, he could write this in certain faith of it, and especially by a spirit of prophecy: this signifies that the children of God are to live by faith upon Christ, while they are in the wilderness of this world; nor will this spiritual food be wanting to them while in it; but when they are come to Canaan’s land, to the heavenly glory, they will no more walk and live by faith, but by sight: the word and ordinances will then cease; Christ will be no more held forth to them in that way, but they shall see him as he is, and behold his glory”.

De tekst zegt dus duidelijk dat Israelieten Manna aten totdat ze bewoond gebied bereikten. Dit is bereikt onder Joshua zoals de commentatoren aangeven, nadat Mozes (as) was overleden. Volgens enkele commentatoren wist Mozes (as) dit door middel van een openbaring van God, gezien het feit dat deuteronomium (dat opgetekend zou zijn door mozes) zegt dat zij aten totdat een bepaald gebied bereikt was en daarna niet. Dit gebeurde echter onder het regie van Joshua en niet Mozes (as). .Wij laten het aan de lezer over of Mozes (as) dit wist door middel van een openbaring, de tekst geeft dit namelijk niet aan

Numeri 12;3 “3 Doch de man Mozes was zeer zachtmoedig, meer dan alle mensen, die op den aardbodem waren”.

Commentary critical of the Bible; “it may have been inserted as a glees by Ezra or some later prophet. This is the view taken by Rosenmuller, Jahn, and Kurtz. Others, instead of “very meek,” suggest ‘very afflicted,’ as the proper rendering.”.

Thomas Coke Commentary; “It has been supposed by many, that this passage was not written by Moses, but inserted by some other hand in after-times”. (3)

John Gill’s exposition on the Bible zegt het volgende; “though it is possible this might be added by another hand, Joshua or Ezra, under the same direction and inspiration of the Spirit of God; who chose that such a character of Moses should stand here”.

Wesley Explanatory notes zegt het volgende: “Probably this commendation was added, as some other clauses were, by some succeeding prophet”.

Joseph bensons Commentary on the Bible; “Probably this commendation was added, as some other clauses were, by some succeeding prophet”.

Haydock Catholic Bible Commentary zegt het volgende; “Some have suspected that this verse has been inserted by a later inspired writer. (Conrnelius a Lapide) — But whether it was or not”.

In de Thora worden wetten in datzelfde boek vaak herhaalt. In zijn ‘introductie to the old testament’, schrijft Beek, dat de herhaling onmogelijk het werk van één persoon kan zijn, gezien het feit dat het in dezelfde boek voorkomt, met slechts enkele hoofdstukken verschil. We lezen in het werk Exodus het volgende;

Exodus 34;23 Alles wat onder u mannelijk is, moet drie keer per jaar verschijnen voor het aangezicht van de Heere HEERE, de God van Israël.

Exodus 23; 17;Drie keer per jaar moet alles wat mannelijk onder u is, voor het aangezicht van de Heere HEERE verschijnen.

Exodus 23;19  De eerstelingen van de eerste vruchten van uw land moet u in het huis van de HEERE, uw God, brengen.  U mag een bokje niet koken in de melk van zijn moeder.

Exodus 34; 26 De  eerstelingen van de eerste vruchten van uw land moet u in het huis van de HEERE, uw God, brengen.  U mag een bokje niet koken in de melk van zijn moeder –

Daarnaast lezen we dat Mozes (vrede zij met hem) uit boeken citeert in zijn Thora, die vandaag de dag niet voorhanden zijn. Het is duidelijk dat de Thora een revelatie en openbaring is van God, dus het is heel raar en vreemd dat in de huidige Thora wordt geciteerd uit een ander onbekend x werk.

In Numeri 21;14 lezen we het volgende; “Daarom wordt er gezegd in het boek van de oorlogen van de HEERE: Waheb in Sufa, en de dalen van de Arnon,”

In John Gill’s Commentary staat het volgende;“Wherefore it is said in the book of the wars of the Lord,…. A history of wars in former times, which the Lord had suffered to be in the world; and which, as Aben Ezra thinks, reached from the times of Abraham and so might begin with the battle of the kings in his time, and take in others in later times, and particularly those of Sihon, king of the Amorites, and his conquests of some parts of Moab; and to this book, which might be written by some one of those nations, Moses refers in proof of what he here says:”.

Commentary Critical; “book of the wars of the Lord — A fragment or passage is here quoted from a poem or history of the wars of the Israelites, principally with a view to decide the position of Arnon.”

Wesley Explanatory Notes; “The book of the wars of the Lord – This seems to have been some poem or narration of the wars and victories of the Lord, either by: or relating to the Israelites: which may be asserted without any prejudice to the integrity of the holy scripture, because this book doth not appear to have been written by a prophet, er to be designed for a part of the canon, which yet Moses might quote’.

George Haydock zegt het volgende in zijn commentaar; “The book of the wars, &c. An ancient book, which, like several others quoted in Scripture, has been lost. (Challoner) — St. Augustine (q. 42) thinks this book was written by one of that country.’

We zien in de huidige thora ook veel verzen, waarin we duidelijk zien dat overleveringen over Mozes (vrede zij met hem) die gerekend kunnen worden tot de hadieth vermengd zijn geraakt met de Thora. We lezen in de huidige thora meerdere malen dat Mozes de wet doceerde of dat de wet op geschrift stelde, of dat hij opdroeg om de wet ergens te leggen. We lezen in de huidige Thora (de wet) het volgende;

Deuteronomium 31; Neem dit wetboek (de Thora) en leg het naast de ark van het verbond van de HEERE, uw God, zodat het daar is als getuige tegen u.

Want ikzelf ken uw ongehoorzaamheid en uw halsstarrigheid. Zie, terwijl ik heden nog bij u in leven ben, bent u al opstandig geweest tegen de HEERE; hoeveel te meer na mijn dood!

We zien dat Mozes (vrede zij met hem) opdraagt om de Thora naast de Ark van de Verbond van de Heere te plaatsen deze opdracht geeft aan de Levieten. Dit is een duidelijke voorbeeld van een hadieth over Mozes (vrede zij met hem), maar dit is niet de Thora zelf, gezien het feit dat er wordt geschreven dat de ‘wet’ dus de Thora geplaatst moest worden naast de ark van het verbond.

 

 

(1)De Joodse bron; : 2 Esdras xiv. See, also, Stanley’s Jewish Church, iii, 151. Voor christelijke commentator die gelooft dat er toevoegingen zitten in de Thora; http://biblehub.com/library/gladden/who_wrote_the_bible/chapter_ii_what_did_moses.htm. Geleerden als Pullpit in zijn commentary, adam Clarke in zijn commentary, Benson in zijn commentary geven aan dat er toevoegingen zitten in de huidige Thora.

(2)https://www.studylight.org/commentary/exodus/16-35.html

(3)https://www.studylight.org/commentary/numbers/12-3.html

(4)https://www.studylight.org/commentary/numbers/21-14.html