Home / Antwoord op artikelen van evangelisten / Komt de profeet (vrede en zegeningen zij met hem) voor in de bijbel en de Tanakh? (deel 1)

Komt de profeet (vrede en zegeningen zij met hem) voor in de bijbel en de Tanakh? (deel 1)

Allereerst willen we erop wijzen dat de christenen claimen dat de Goddelijke Jezus is voorspelt in het Oude Testament. Hierbij verwijzen de Bijbelauteurs (lucas, matteus, marcus en Johannes) talloze keren naar het Oude Testament. De verwijzingen corresponderen echter in de meeste gevallen niet met het context van het Oude Testament.

Een goed voorbeeld hiervan is Johannes 13:18 hierin staat het volgende:

“ik doel niet op jullie allemaal; ik weet wie ik heb uitgekozen. Wat in de schrift staat zal in vervulling gaan; “hij die at van mijn brood, heeft zich tegen mij gekeerd”.

Als we dit echter terug reflecteren naar de psalm 41 waarin het bovenstaande stukje voorkomt, dan zien we dat het nooit kan wijzen op Jezus, gezien het feit, dat in vers 5 het volgende staat; “ik heb tegen u gezondigd”.

Als de context leidend geweest zou zijn dan zou dit betekenen dat Jezus gezondigd heeft en dat is in volledige contradictie met het Nieuwe Testament.

Een vooraanstaande lid van een evangelistenbeweging geeft dit dan ook als volgt toe; “Nee psalm 41 gaat niet in zijn geheel over Jezus”. (1)

Dus ook de evangelist is van mening dat de context niet altijd leidend is in de benadering van een bepaalt vers. Zodoende eist hij die voorwaarde wel voor Jesaja 29 vers 12. Dit is op z’n zachts gezegd nogal inconsistent.

1. Als het op Jezus aankomt dan speelt de context geen rol van betekenis.

2. In Psalm 41 vers 5 staat duidelijk dat degene een zondaar is, dus indien hij de gehele context in overweging neemt dan zou dit betekenen dat vers 9 in volledige contradictie staat met het Nieuwe Testament.

3. Vers 12 in Jesaja 29 is een duidelijke voorbeeld uit het leven van de profeet (vrede en zegeningen zij met hem), zoals de christenen psalm 41 benaderen, op precies dezelfde wijze, benaderen wij als moslims zijnde dit vers. Als de christenen claimen dat Jesaja 29 vers 12 niet van toepassing is op de edele profeet (vrede en zegeningen zij met hem) hoe kunnen ze dan beweren dat Johannes 13:18 van toepassing is op Jezus? Gezien het feit dat Psalm 41 vers 5 zegt dat degene gezondigd heeft?

Daarnaast lezen we in Deuteronomium 2:4 dat ook niet-Israëlische volkeren aangeduid worden als de broeders van de Joden, dus dit betekent dat het in Deuteronomium 18:18 niet per definitie gaat om een Profeet van Joodse komaf. De juiste interpretatie van Deuteronomium 18:18 is dan ook in onze optiek dat het verwijst naar de edele profeet (sav), gezien het feit dat ook niet Israëlieten worden aangesproken als broeders van de Joden, dat in dit vers (18;18) niet specifiek, wordt aangegeven dat het om de Arabieren of om een andere volk dan de Israëlieten gaat is geen bewijs.

1. Volgens de christenen gaat het in Deuteronomium 18:18 om een Joodse profeet, zij claimen dat dit duidelijk wordt door de context. In onze optiek is dit nogal hypocriet. Hoewel de christenen claimen dat Jezus voor de zonden van alle mensen ten alle tijden is gestorven valt dit niet te herleiden uit de context van Jesaja 53. De christenen baseren zich op Jesaja 53 waarin de knecht ‘doorboort’ wordt. Als we de context lezen van Jesaja 53 zien we echter dat het gaat om het volk van Israel en niet alle volkeren. Dus als de context leidend is dan zou dit betekenen dat het Nieuwe Testament ernaast zit. We lezen in 44:21 en Jesaja 49;3 dat het om het volk van Israel gaat en niet alle volkeren ten alle tijde zoals de christenen beweren. In johannes 1:29 staat; ‘zie het lams God, dat de zonde van de wereld wegneemt’. Daarnaast lezen we in 1 johannes 2, het volgende; “hij is die verzoening brengt voor onze zonden, en niet alleen voor die van ons, maar van de zonden van de gehele wereld”.

2.De evangelist claimt daarna; dat Mohammed (sav) nooit in contact met God heeft gestaan maar dat hij zijn openbaringen via Gabriel kreeg, als gevolg hiervan concludeert de evangelist dat de profeet (sav) niet gelijk is aan de mozes.

Ook dit klopt niet we lezen in Soerah 53 vers 10 het volgende; “and He revealed to His slave Muhammad (pbuh) that which He revealed”.

Daarnaast lezen we in de Moesnad van imam Ahmad, het volgende; “Aḥmad, the Prophet (ṣallallāhu ‘alayhi wa sallam) said, “When I went up on the journey of isrā’ wa’l-mi’rāj, Allāh gave me three things: He commanded me to pray five times a day, He gave me the last two verses of Sūrat’l-Baqarah”. De laatste twee verzen van Soerah Al Baqarah werden dus niet door Gabriel maar rechtstreeks door Allah geopenbaard aan de profeet (vrede en zegeningen zij met hem). Alvorens de evangelist een conclusie trekt moet hij zijn bronnen beter onderzoeken.

3. De evangelist claimt dat de profeet (vrede en zegeningen zij met hem) geen wonderen heeft begaan. Ook hier zit de evangelist er weer naast. De edele profeet (vrede en zegeningen zij met hem) heeft met de wil en toestemming van Allah wel degelijk wonderen begaan. Enkele voorbeelden daarvan zijn dat water voortkwam uit de vingers van de profeet (vrede en zegeningen zij met hem) en dat de profeet de ogen van ali ibn Thalib (vrede zij met hem) genas. (2)

We willen het afsluiten met de woorden van de evangelist die het volgende zegt over de profetieën die zouden wijzen op de Messias; “De Messias is niet kant en klaar in de Tenach beschreven. Hij zit er als het ware in verborgen.”. (3)

 

 

 

 

 

 

(1) Het gesprek met de evangelist is bij ons opgeslagen, uit respect voor privacy publiceren we zijn naam niet.

(2) zie voor meer wonderen het artikel van Ustad Bassam Zawadi;http://www.answering-christian-claims.com/Muhammad_miracles…

(3) Het gesprek met de evangelist is bij ons opgeslagen, uit respect voor zijn privacy publiceren we zijn naam niet.